De inhoud van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) is inmiddels door minister Koolmees bekend gemaakt. Aanvragen voor deze tegemoetkoming kunnen waarschijnlijk vanaf 6 april en tot 31 mei 2020 worden ingediend. Aanstaande vrijdag, 3 april, wordt dat definitief bekend gemaakt. In dit bericht lees je alvast de hoofdlijnen van de regeling.
- De regeling is voor ondernemers die tenminste 20% omzetverlies verwachten. Zij krijgen een tegemoetkoming voor de loonkosten van hun werknemers.
- De regeling heeft betrekking op omzetdalingen vanaf 1 maart 2020. De omzetdaling moet je als volgt berekenen:
- De totale omzet in 2019 delen door 4 en vergelijken met de omzet in maart, april en mei 2020. Het is ook mogelijk de vergelijking te maken met april, mei en juni 2020 of mei, juni, juli 2020. Er wordt dan wel naar de loonsom van maart, april en mei 2020 gekeken.
- Omzetverlies moet berekend worden op concernniveau.
- Op basis van de aanvraag verstrekt het UWV een voorschot ter hoogte van 80% van de verwachte subsidie. Het UWV heeft 13 weken om een beslissing te nemen. Het voorschot wordt vervolgens in drie termijnen uitbetaald. In de praktijk zal het eerste deel naar verwachting binnen twee tot vier weken nadat de volledige aanvraag door het UWV is ontvangen, worden uitbetaald.
- De aanvraag geldt voor een periode van drie maanden waarin omzetdaling heeft plaatsgevonden en kan mogelijk eenmalig verlengd worden met nog drie maanden. Aan de verlenging kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.
- De hoogte van de tegemoetkoming voor de loonkosten is, afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90% van de loonsom. Bij 100% omzetdaling geldt een tegemoetkoming van 90% van de totale loonsom. Is de omzetdaling lager, dan zal de tegemoetkoming evenredig lager worden vastgesteld.
- Voor de loonsom wordt uitgegaan van het socialeverzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekking (met een maximum van € 9.538 per werknemer per maand), verhoogd met een opslag van 30% voor werkgeverslasten, waaronder pensioenpremies. Gegevens voor de loonsom worden door het UWV gebaseerd op de polisadministratie, waarbij de maand januari 2020 als uitgangspunt wordt genomen.
- Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers, gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt. Let op: vindt er toch ontslag plaats, dan wordt de tegemoetkoming gecorrigeerd.
- De werkgever heeft een inspanningsverplichting om de loonkosten door te betalen.
- Achteraf wordt vastgesteld wat de werkelijke daling in de omzet is geweest. Hiervoor moet de werkgever binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de tegemoetkoming is aangevraagd, de vaststelling van de tegemoetkoming aanvragen. Voor die definitieve vaststelling van de tegemoetkoming is in beginsel een accountantsverklaring vereist.
- Er vindt een correctie plaats op de tegemoetkoming als er sprake is geweest van een daling van de loonsom.
- De werkgever verleent desgevraagd tot vijf jaar na vaststelling van de tegemoetkoming inzage in zijn administratie, om misbruik tegen te gaan.
Benodigde gegevens
Het UWV heeft de volgende gegevens nodig bij de aanvraag:
- Bedrijfsnaam en loonheffingennummer(s).
- De omzet in 2019*
- De te verwachten omzet in de meetperiode (in beginsel maart, april en mei 2020) en de berekening die je hiervoor hebt gemaakt.
- Het rekeningnummer waarop de werkgever betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt.
* voor de definitie van omzet wordt aangesloten bij de omzetdefinitie in het jaarrekeningrecht. Er wordt uitgegaan van netto-omzet; de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon onder aftrek van kortingen en over de omzet geheven belasting. Opbrengsten zijn baten die ontstaan bij de normale uitoefening van activiteiten van de onderneming. Voor de categorieën grote en middelgrote rechtspersonen geldt dat zij deze netto-omzet paraat hebben. Micro- en kleine rechtspersonen mogen in de meeste gevallen de fiscale netto-omzet hanteren die zij ook gebruiken voor hun aangiften bij de Belastingdienst. Ontvangt een bedrijf andere opbrengsten dan uit verkoop, zoals bijvoorbeeld subsidies of renteopbrengsten, dan vallen deze opbrengsten voor de regeling ook onder het begrip omzet.